
Successiewet 1956
Artikel 75
1
Indien tengevolge van het overlijden van iemand, die binnen het Rijk woonde, een uitkering krachtens levensverzekering of derdenbeding moet plaats hebben, alsmede indien een verandering in zodanige uitkering plaats heeft, is de verzekeraar of degene, die de uitkering doet, verplicht om overeenkomstig door Onze Minister te stellen regelen en binnen een door die Minister te stellen termijn de gegevens te verstrekken, welke voor de uitvoering van deze wet van belang kunnen zijn.
2
Het in het vorige lid bepaalde is mede toepasselijk, indien, anders dan bij overlijden, een uitkering moet plaats hebben, hetzij krachtens een overeenkomst van levensverzekering, waarvan premies zijn betaald door een ander - binnen het Rijk wonende - dan degene, aan wie de uitkering moet geschieden, of waarvan de premiebetaler niet bekend is, hetzij krachtens een door iemand, die binnen het Rijk woont, ten behoeve van een derde gemaakt beding.
3
Indien de verzekeraar niet binnen het Rijk zijn woonplaats heeft of gevestigd is, wordt onder verzekeraar begrepen zijn vertegenwoordiger of hoofdvertegenwoordiger hier te lande.
4
Met betrekking tot de verplichtingen, bedoeld in dit artikel, blijft artikel 53, derde lid, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen buiten toepassing.
Jurisprudentie bij dit artikel
- Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.
- Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.